De houder van de risicobeheerfunctie zorgt voor een functionerend risicobeheersysteem dat in elk geval de volgende terreinen bestrijkt:
a) aangaan van verzekeringstechnische verplichtingen en reservevorming;
b) afgestemd beheer van activa en passiva (asset-liability management — ALM);
c) beleggingen, met name derivaten, securitisaties en vergelijkbare verbintenissen;
d)beheer van het liquiditeits- en concentratierisico;
e) beheer van het operationele risico;
f) verzekering en andere risicobeperkingstechnieken;
g) milieu-, sociale en governancerisico’s met betrekking tot de beleggingsportefeuille en het beheer daarvan.
Wanneer het pensioenfonds zelf dekking tegen biometrische risico’s biedt of een beleggingsrendement of een bepaalde hoogte van pensioenuitkeringen garandeert moet het pensioenfonds een actuaris aanstellen met de volgende taken:
a) zij coördineert en houdt toezicht op de berekening van technische voorzieningen;
b) zij beoordeelt of de bij de berekening van de technische voorzieningen gehanteerde methodieken, onderliggende modellen en aannamen passend zijn;
c) zij beoordeelt of er genoeg gegevens worden gebruikt bij de berekening van technische voorzieningen, en zij beoordeelt de kwaliteit van die gegevens;
d) zij toetst de bij de berekening van technische voorzieningen gehanteerde aannames aan de praktijk;
e) zij verstrekt het bestuurlijk, beleidsbepalend of toezichthoudend orgaan van de IBPV informatie over de betrouwbaarheid en adequaatheid van de berekening van technische voorzieningen;
f) zij brengt advies uit over de algehele gedragslijn voor het aangaan van verzekeringstechnische verplichtingen ingeval de IBPV een dergelijke gedragslijn heeft;
g) zij brengt advies uit over de adequaatheid van de verzekeringsregelingen ingeval de IBPV dergelijke verzekeringsregelingen heeft, en
h) zij draagt ertoe bij dat het risicobeheersysteem doeltreffend wordt toegepast.
Deze eisen horen allemaal bij de nieuwste herschikking van de IORP II richtlijn.