De beleggingsresultaten onder de Wet toekomst pensioenen in de eerste helft van 2022

Terug naar overzicht

De beleggingsresultaten onder de Wet toekomst pensioenen in de eerste helft van 2022

De eerste helft van 2022 was desastreus voor de waarde van beleggingen. Pensioenfondsen zagen, ondanks hun beleggingsverlies van -16,5%, hun dekkingsgraad echter met 8,1% stijgen.

Wat zou er echter gebeurd zijn als de Wet toekomst pensioenen al per 1-1-2022 van toepassing was geweest?
En zouden de regels gewerkt hebben zoals bedoeld?

Ons antwoord op de reactie van Minister Schouten

Op 10 november heeft Minister Schouten gereageerd op ons artikel “Het pensioenakkoord in de eerste helft van 2022”.

In haar reactie zegt de minister:

  1. De cijfers hebben betrekking op een half jaar en pensioenen gaan niet over een half jaar.
  2. Bij de berekening is geen rekening gehouden met zaken die de schokken dempen, zoals de solidariteitsreserve en het spreiden van resultaten.
  3. Als de vermogens dalen kun je niet zeggen dat de uitkeringen ook dalen.

Hieronder wil ik graag reageren op de drie door de minister genoemde punten.

  1. Het idee, dat een pensioensysteem niet ook op een korte termijn beoordeeld moet worden, is niet juist. Natuurlijk moet je ook op lange termijn kijken, maar dit betekent niet dat je de korte termijn of het heden mag negeren. Mensen krijgen immers periodiek pensioenoverzichten en gepensioneerden merken het effect op hun uitkering direct. Hun vragen kan je niet beantwoorden met de mededeling dat het over 10 jaar wel weer goed komt. Ook de DNB vindt de korte termijn belangrijk en vraagt niet voor niets kwartaal en maand rapportages.
  2. Het effect van de solidariteitsreserve is in onze berekening wel degelijk meegenomen. Dit staat ook in de tekst en is ook goed zichtbaar in de tabel. Dat we het effect van spreiden niet hebben meegenomen klopt. En dit is gedaan met een goede reden. In de Memorie van Toelichting schrijft de minister het volgende: “Spreiding haalt immers geen risico weg, maar schuift het alleen door in de tijd.” Spreiden van resultaten betekent dat een gepensioneerde geld leent uit zijn eigen potje en deze lening daarna met extra pensioenverlagingen terugbetaalt. Spreiden is dus niet zo zeer een oplossing, maar het vooruitschuiven van een probleem. En dat vindt de minister zelf dus ook.
  3. Dan het laatste punt. Ook in ons artikel maken wij nadrukkelijk onderscheid tussen het effect op het vermogen en het effect op de uitkering. Zowel in de tekst als ook in de tabel wordt dit uitdrukkelijk genoemd. Dat de minister stelt dat dit in ons artikel niet gebeurd is, is dus onterecht.

 

Helaas maak ik uit de reactie van  de minister op dat zij ons artikel niet helemaal gelezen heeft en ook het belangrijkste punt mist, de boodschap dat de Wet toekomst pensioenen zoals uitgewerkt in het wetsvoorstel regelmatig anders zal uitpakken dan bedoeld. Met als gevolg dat er regelmatig resultaten ontstaan die je niet kan en niet wilt uitleggen. En een ontwikkeling zoals in de eerste helft van 2022 kan natuurlijk ook in toekomstige jaren optreden.

Mijn aanbod staat overigens nog steeds.